Bouw

Een midwinterhoorn maken is vakwerk. De bouwer, vaak ook zelf een fervent midwinterhoorn blazer, is er lang mee bezig. Eerst het geschikte hout zoeken. Zacht hout zoals van de berk, els of wilg mét een lichte kromming, is het meest perfecte stuk hout. Dit moet zeker een half jaar drogen met de bast er omheen. De bast wordt vervolgens verwijderd en het hout wordt in klemmen gezet om niet te barsten. Dit wordt dan nog een half jaar te drogen gezet.

Dan begint pas het maken van de midwinterhoorn. Een model van de hoorn wordt op het hout getekend en geschuurd tot een mooie ronde vorm overblijft. Met een lintzaag wordt de ronde vorm doormidden gezaagd om vervolgens met een guts uitgehold te worden tot een wanddikte van 1 centimeter. De binnenkant wordt gladgeschuurd en de twee helften worden aan elkaar gelijmd of gebonden. Opzij wordt dan (wanneer hiervoor gekozen wordt) het gat voor het mondstuk geboord en dan is pas te horen of er een mooi geluid in zit. De midwinterhoorn wordt afgelakt en op het gat wordt een mondstuk gesneden uit vlierhout of pitriet, geplaatst. Gemiddeld werkt een midwinterhoornblazer zo’n 40 uur aan het maken van de hoorn.

Er zijn ‘natte’ midwinterhoorns en ‘droge’ midwinterhoorn. Bij de droge midwinterhoorns wordt tijdens het bouwen beide helften aan elkaar gelijmd met houtlijm. Bij de natte hoorn wordt er op de twee helften een biezenmat gelegd en op sommige plekken worden de helften met bies gebonden. Om ze luchtdicht te maken gaat de hoorn in de waterput zodat het bies en hout gaat opzwellen en de naad zich luchtdicht gaat sluiten. De natte midwinterhoorn moet ook in het water bewaard worden. Dit is wat de natte hoorn erg zwaar maakt.

Deel deze pagina